Als je gaat afstuderen moet je op een goede manier weten om te gaan met jouw karaktereigenschappen.

Hier volgen enkele voorbeelden:

De rommelaar. Jij bent geneigd te improviseren. Dat is in allerlei situaties erg nuttig, maar je loopt het risico dat je opdracht ook structuur gaat missen. Advies: maak voordat je begint een strak plan met een zo duidelijk mogelijke structuur.

De perfectionist. Je vindt het moeilijk om te accepteren dat niet alle informatie beschikbaar is, en dat er toch knopen moeten worden doorgehakt. Onderzoeken en verbeteren in dynamische situaties kan betekenen dat je genoegen moet nemen met weinig tijd, incomplete gegevens en onduidelijke communicatie. Advies: spreek van tevoren in je planning af wanneer je de onderzoeksfase afsluit. Dat kan zijn op een moment in de tijd, of bij het bereiken van een bepaald onderzoeksresultaat.

De pietlut. Jij bent geïnteresseerd in de details. Dat is mooi, want in de details zit vaak de kwaliteit van een onderzoek of aanbevelingen. Risico is dat je de grote lijn uit het oog verliest en het onderscheid tussen hoofd- en bijzaken vergeet te maken. Advies: ga (denkbeeldig) op een afstand van je werk staan en probeer de grote lijn te ontwaren. Een goed hulpmiddel hiervoor is een oorzaak-gevolgmodel, dat wordt beschreven in fase 2. Je kunt ook anderen hiervoor inschakelen!

De theoreticus. Je houdt van theorieën, en bent veel in de boeken te vinden. Risico is dat je komt met ideeën of oplossingen die in de praktijk niet worden gewaardeerd of begrepen. Bedrijven bestaan niet alleen uit systemen, maar ook uit mensen! Advies: zorg dat je contact houdt met degenen die in de praktijk de gevolgen van je analyses en aanbevelingen moeten ondergaan en vraag feedback.

De practicus. Jij bent uiteraard de tegenhanger van de theoreticus. Je loopt het risico dat je werk als onvoldoende wordt beoordeeld omdat de theoretische grondslag ontbreekt. Advies: zorg dat je vanaf het begin keuzes maakt voor theorieën en modellen om je werk mee te ondersteunen en gebruik die ook.

De introverte student. Jij loopt het risico dat je niet wordt gezien, en daardoor in de communicatie met betrokkenen allerlei informatie mist. Je moet vaak trekken aan mensen om ze informatie te ontlokken en als je dat niet kunt, mis je mogelijk veel gegevens. Advies: laat je steunen door mensen die dat wel kunnen.

De extraverte student. Jouw risico is dat je als een olifant door de porseleinkast raast. Het kan heel bedreigend zijn voor medewerkers als er iemand rondloopt die hun prestaties gaat meten en aanbevelingen gaat doen om dingen te veranderen. Als je mensen laat schrikken breng je onrust teweeg, of ze gaan zich voor je afsluiten. Advies: gedraag je zo bescheiden en discreet mogelijk en houd rekening met gevoeligheden.

De solist. Jij doet graag alles alleen, omdat je weet dat het dan goed gebeurt. Risico daarvan is dat je teveel naar jezelf toetrekt en daardoor geen band weet te creëren met het bedrijf of dat je kostbare input van anderen vergeet mee te nemen. Advies: stap uit je comfortzone en ga op zoek naar wat anderen kunnen bijdragen aan jouw inzichten en resultaten.

Het gezelligheidsdier. Jij werkt graag en uitsluitend samen met anderen. Risico daarvan is dat het lastig te zien is voor beoordelaars wat jouw bijdrage aan de opdracht is geweest. Doel van een opdracht is ook en vooral om te laten zien wat jij kunt. Advies: probeer je te onderscheiden en te ontworstelen aan de groepsmening en werkwijze en leg de nadruk op jouw eigen bijdragen aan het resultaat van de opdracht.

Leave a Reply