Soorten interviews

We onderscheiden vier soorten interviews:

  • Gestructureerde interviews
  • Semi- of halfgestructureerde interviews
  • Ongestructureerde interviews
  • Groepsinterview

De betrouwbaarheid en validiteit van deze interviewsoorten verschillen.

Betrouwbaarheid gaat over de stabiliteit van de onderzoeksresultaten; als je het onderzoek herhaalt moeten er ongeveer dezelfde resultaten uit kunnen komen. Dus meer gestructureerd en minder keuzemogelijkheden levert een hogere betrouwbaarheid op.

Validiteit is de mate van inhoudelijke waarde en geldigheid van de resultaten en wordt (dus) in hoge mate bepaald door de kwaliteit van de vragen, je keuze van de respondenten en de situatie waarin je het onderzoek uitvoert. Validiteit gaat over de kans dat je vragen op een eerlijke wijze worden beantwoord voor het doel dat je nastreeft en de echte mening van de respondent oproepen.

Bij gestructureerde interviews stel je vooraf je vragen op en wijk je hier niet van af. Voordeel van deze aanpak is dat de resultaten onderling makkelijker vergelijkbaar zijn. Het nadeel is echter dat wanneer het gesprek zich een andere kant op beweegt, je als onderzoeker hier niet in mee kan gaan en mogelijk interessante informatie gaat missen (lagere validiteit, hogere betrouwbaarheid).

Dat werkt natuurlijk precies andersom met ongestructureerde interviews. Het voordeel is in dit geval dat je als onderzoeker soepel meebeweegt met de respondenten, het nadeel is dat de informatie die je krijgt achteraf lastig onderling te vergelijken is (hogere validiteit, lagere betrouwbaarheid).

Het semi- of halfgestructureerde interview zit daar tussenin. Je hebt met behulp van je vragen een duidelijke lijn voor ogen, maar kunt meebewegen met je gesprekspartners waardoor je mogelijk interessante informatie op tafel kunt krijgen. Het kan echter zijn dat de data onderling lastiger te vergelijken is (lagere betrouwbaarheid).

Over het algemeen nemen we interviews één-op-één af, maar overweeg groepsinterviews, waarbij je dus meerdere mensen gelijktijdig interviewt. Voordeel is dat je misschien sneller kunt werken of dat je veel meer mensen kan interviewen in eenzelfde tijd.

Maar er zitten ook een risico’s aan groepsinterviews. Een respondent reageert steeds als eerste en domineert het gesprek en beïnvloedt daarmee de uitkomsten van het onderzoek.

Voor groepsinterviews moet je eigenlijk al enige ervaring en vaardigheid hebben als onderzoeker. Je moet communicatief zeer vaardig zijn.

Vragen stellen

Een interview moet je goed voorbereiden. Afhankelijk van het soort interview stel je een vragenlijst of een topiclist op. Neem hier voldoende tijd voor.

Let goed op de structuur, zorg dat er voor de respondent een logische volgorde in zit. Denk aan vroeger – heden – toekomst. Of: probleem – oorzaak – gevolg – mogelijke oplossingen.

Denk ook na over het soort vragen dat je gaat stellen. Je kan open en gesloten vragen stellen. Gesloten vragen leiden vaak tot eenvoudige antwoorden als ja/nee, een aantal, leeftijdscategorieën, man/vrouw en dergelijke. Makkelijk voor het analyseren van je data, maar mogelijk mis je een heleboel informatie doordat je je respondenten onvoldoende uitvraagt. Daarnaast zijn gesloten vragen vaak sturend.

Wanneer je de methodiek van interviewen inzet, wil je juist meningen en ideeën horen, je wilt kwalitatieve informatie krijgen. Open vragen lenen zich hier bij uitstek voor.

Open vragen beginnen met bijvoorbeeld:

  • Wat …
  • Waarom …
  • Waardoor …
  • Hoe …

Er is natuurlijk niets op tegen om open en gesloten vragen te combineren, zolang het maar functioneel is voor je onderzoek.

Interviews lenen zich ervoor om bij respondenten op bepaalde antwoorden door te vragen. Je kan de respondent uitnodigen om op zijn antwoord door te gaan: ‘Kan je daar een voorbeeld van geven?’.

Of door het laatste woorden of woorden vragend te herhalen? Probeer maar eens uit, het werkt feilloos.

Bij ongestructureerde interviews werk je niet met een vragenlijst maar met een topiclist. Een topiclist bestaat uit de onderwerpen die in ieder geval aan bod moeten komen. Het is een soort geheugensteun voor de onderzoeker en zorgt dat er in het gesprek, het interview focus blijft.

Voor het gebruik van een topiclist moet je wel enige ervaring hebben met interviewen, het is zeker niet aan te bevelen voor beginners. Je moet ter plekke je vragen kunnen formuleren en goed kunnen doorvragen. Goed doorvragen is een kwaliteit van goede onderzoekers.

Voordeel is natuurlijk dat je wel heel flexibel bent tijdens het interviewen zelf.

Wanneer je gebruik maakt van een topiclist, zorg er dan voor dat je gedurende het interview regelmatig even samenvat en daarmee checkt of jouw interpretatie van de antwoorden overeenstemt met datgene wat de respondent bedoeld heeft om te vertellen.

Wanneer je je vragen compleet hebt, is het verstandig om per vraag de relevantie van de vraag te beschrijven.

Vraag: wanneer is het betreffende probleem ontstaan?

Relevantie: inzicht in de historie van het probleem; koppelen aan de duur van het dienstverband respondenten.

De complete uitwerking van de relevantie per vraag kan je als onderbouwing van je vragenlijst opnemen in een bijlage. Hiermee wint je onderzoek aan kwaliteit. Zet er dan wel bij –nog even refererend aan bovenstaand voorbeeld – hoe je dat wil koppelen aan de duur van het dienstverband en welke hypothese daarbij hoort c.q. welke mogelijke conclusies je daaruit wilt kunnen trekken.

Een goede voorbereiding is het halve werk!

Bereid naast de vragenlijst of topiclist ook de introductie voor. Je begint het interview met het bedanken van de respondent dat hij of zij bereid is om tijd en energie in het onderzoek te stoppen.

Vervolgens introduceer je het doel van het onderzoek, om daarna duidelijk te maken wat er gebeurt met de onderzoeksgegevens en de verwerking daarvan. Wanneer je belooft dat de respondent de uitkomsten van het onderzoek krijgt, zorg dan ook dat je dit nakomt.

Wanneer het belangrijk is dat gegevens anoniem blijven, benoem dat dan ook duidelijk.

En vraag nadrukkelijk om toestemming om het gesprek op te mogen nemen.

Advies is om je vragenlijst eerst bij één, liefst twee personen uit de beoogde doelgroep te testen. Bedenk dat je je onderzoek maar een keer kunt uitvoeren, herhaling van een onderzoek om fouten te herstellen is vaak niet mogelijk.

Uitwerken

Interviews kan je op twee manieren uitwerken:

  • gespreksverslag met bevestiging
  • transcriberen

Afhankelijk van de omvang van het interview werk je het interview uit op één of twee A4-tjes tekst. Je kan ervoor kiezen om het interview per vraag uit te werken.

Wanneer je een interview in een gespreksverslag hebt uitgewerkt, stuur je het verslag naar de geïnterviewde met de vraag of het verslag een correcte weergave is van het interview. Vraag de geïnterviewde om per mail te reageren.

Krijg je feedback, dan verwerk je de feedback en vraag je nogmaals of het verslag zo correct is. Belangrijk is dat de geïnterviewde per mail de juiste weergave bevestigt.

De gespreksverslagen komen in de bijlagen. Achter ieder gespreksverslag komt de mail met akkoord van de betreffende geïnterviewde. Op die manier onderbouw je de betrouwbaarheid van je onderzoek.

Transcriptie betekent het volledig uitschrijven van de opgenomen tekst.

Transcriberen kost veel tijd. Denk aan een dag transcriberen voor ieder uur interviewen. Het is geen werk om dagen achtereen te doen. Wissel interviewen en transcriberen met elkaar af. Het beste is om een opgenomen interview direct of een dag later te transcriberen, dan zit het nog goed in je hoofd.

Een getranscribeerd interview neem je op in je bijlagen.

Bedenk dat jij als onderzoeker verantwoordelijk bent voor het onderzoek. Dat betekent echter niet dat je alles zelf moet doen. Een klusje als transcriberen mag je uitbesteden. Misschien iemand binnen je vrienden- of familiekring. Maar ook op internet kan je allerlei bedrijfjes vinden die dit werk van je kunnen overnemen:

Kost natuurlijk wel geld!

Wanneer je ervoor kiest om het zelf te doen, is het raadzaam om hier software voor te gebruiken. Een aanrader is Express Scribe . Je kan op hun site een gratis versie downloaden. Normaliter is een voetpedaal voor deze software noodzakelijk, maar Express Scribe kan je ook met toetsencombinaties op je computer bedienen.

Een voetpedaal is misschien wel handiger, maar kost geld. Via Bol.com of Coolblue.nl kan je zoeken naar een transcriptieset. Denk aan een investering van zo’n € 200.

Dan nog de vraag hoe je moet transcriberen. Daarbij kan onderscheid worden gemaakt tussen letterlijk transcriberen en woordelijk transcriberen.

Bij letterlijk transcriberen noteer je echt alles, inclusief de stopwoordjes als ‘uuh’ en ‘zeg maar’ en de pauzes. Deze methode gebruik je wanneer niet de inhoud maar ook de wijze waarop de respondent iets zegt van belang is.

Bij woordelijk transcriberen gaat het vooral om de inhoud. In dat geval zorg je voor goed lopende tekst en skip je stopwoordjes en pauzes.

Leave a Reply