Het is de bedoeling dat je bij de opdracht gebruik maakt van de kennis van anderen. Dat kan gaan om methoden, modellen, oorzaken en oplossingen.

Die kennis van anderen is georganiseerd per discipline: logistieke, organisatorische, projectmatige kennis bijvoorbeeld. Maar per discipline zie je ook verschillende zienswijzen en modellen.

Dus je moet een keuze maken uit de betrokken disciplines en de te gebruiken literatuur.

Er is voor alle onderzoeksfuncties materiaal te vinden:

  • Beschrijven: methoden  en modellen om een organisatie, proces of omgeving te beschrijven
  • Onderzoeken: onderzoeksmethoden
  • Verklaren: in de theorie vind je mogelijke oorzaken voor problemen zoals: lange doorlooptijden, motivatieproblemen, communicatie- en kwaliteitsproblemen
  • Verbeteren: oplossingsrichtingen voor veel voorkomende bedrijfskundige problemen
  • Veranderen: er is veel literatuur over verandermanagement
  • Schrijven: gebruik een boekje over rapportagetechniek

Er zijn ook methoden die het geheel aan onderzoeksfuncties afdekken, zoals LEAN, 6Sigma en ToC, die en complete methodiek bevatten van constateren, analyseren en oplossen van problemen.

Om te beginnen moet je bepalen welke disciplines aan de orde zijn bij jouw opdracht. Die disciplines hebben te maken met de aard van de opdracht, een kwaliteitsprobleem of een personeelsprobleem bijvoorbeeld. Maar ook met jouw eigen keuzes. Het zou kunnen zijn dat bij een bepaald probleem meerdere disciplines betrokken zijn, waarvan je er mogelijk enkele uitsluit, om de opdracht af te bakenen.

De keuze voor een theorie en de daarbij behorende modellen levert je een ‘bril’ op waarmee je naar je opdracht kunt kijken en die je kunt gebruiken om de deelvragen mee vorm te geven.

Zorg dat je theoretisch kader wel een ‘kader’ is en dus niet een onsamenhangende verzameling modelletjes, die je willekeurig uit een boek of internet hebt geplukt.

Het belang van een theoretisch kader is dus dat je, voordat je begint, keuzes maakt uit de disciplines, auteurs, modellen en methoden om je opdracht mee aan te pakken. Niet alle opleidingen stellen even hoge eisen aan zo’n theoretisch kader. Soms moet je al voordat je begint heel veel leeswerk gedaan hebben en andere opleidingen eisen enkele voorlopige keuzes voor methoden of modellen, die je in de loop van de opdracht kunt aanvullen of wijzigen als gevolg van voortschrijdend inzicht.

Controleer van te voren dus goed welke eisen jouw opleiding precies stelt aan het theoretisch kader en gebruik je begeleider om te toetsen of je die eisen goed hebt begrepen en toegepast.

Leave a Reply