De methodiek observatie behoort tot het kwalitatieve onderzoek, tenzij je gaat turven wat je ziet. Observatie zet je in wanneer het over gedrag van mensen of processen gaat. Dit artikel beschrijft waar je rekening mee moet houden, hoe je een observatie opzet en verwerkt.

Voorbeeld

In een ziekenhuis moet een patiënt voordat hij of zij een operatie ondergaat, eerst goed worden gecheckt. Zijn alle papieren in orde? Hoe staat het met medicijnen, bloeddruk e.d.?

Verschillende mensen met verschillende rollen zijn hierbij betrokken. Om fouten te voorkomen is een afvinklijst ontwikkeld, die bij de patiënt blijft en iedereen moet gebruiken. De afvinklijst speelt een belangrijke rol in het kwaliteitszorgsysteem van het ziekenhuis. Nu blijkt dat veel afvinklijsten achteraf door één persoon even snel worden afgevinkt zodat de administratie op orde lijkt. Waarom wordt de afvinklijst niet gebruikt zoals het bedoeld is?

Dit is typisch een geval waarbij we de methodiek observatie inzetten. In dit geval is de onderzoeker vijftig keer met een patiënt meegelopen om te kijken wat er gebeurt. Wie doet wat bij het klaarmaken van de patiënt bij operatie en wanneer wordt de afvinklijst wel en niet gebruikt?

Pas na afronding van het observatie-onderzoek is de onderzoeker medewerkers gaan interviewen om achter de beweegredenen van het gedrag te komen.

Niet-participerende observatie werkt over het algemeen sneller. Je kijkt alleen maar naar wat er gebeurt en maakt je aantekeningen. Je bent geen onderdeel van het geheel, je staat buiten de te observeren situatie, waardoor je waarnemingen betrouwbaarder zijn.

Zoals ook uit het voorbeeld blijkt, kan je alleen zien ‘wat’ er gebeurt, met observatie krijg je geen inzicht in het ‘waarom’.

Bij participerende observatie maak je deel uit van de situatie waarin je mensen observeert. Je staat er tussen, je werkt mee. Voordeel is dat je meer informatie krijgt (je ziet niet alleen wat mensen doen, je hoort ze er ook over praten). Participerende observatie kost echter meer tijd dan niet-participerende observatie. Doordat je onderdeel van de situatie wordt, loop je de kans dat je door de mensen wordt beïnvloed en andersom.

Wanneer je kiest voor participerende observatie sta je ook nog voor de vraag of je het de mensen vertelt of niet. Als je mensen vertelt dat je onderzoek doet terwijl je meewerkt, kan het zijn dat mensen zich anders gaan gedragen en jij niet meer zuiver kunt waarnemen.

Als je het de mensen niet vertelt, worden je waarnemingen betrouwbaarder, maar kan je achteraf gedoe krijgen met de geobserveerde mensen: ze hadden willen weten dat ze onderwerp van onderzoek waren. Hier zit een ethisch element aan vast.

Je kunt ook vertellen dat je meeloopt om te bepalen wat de respondent voor activiteiten uitvoert en in welke volgorde. En vertellen dat je de details van het onderzoek achteraf (nadat je met iedereen bent meegelopen) bespreekt, om te voorkomen dat de respondent zich anders gaat gedragen dan normaal.

Opzet observaties

In je onderzoeksopzet of methodologie heb je beschreven wat je wilt gaan onderzoeken, welke methodiek je inzet en waarom je juist voor deze methodiek hebt gekozen.

Bij de opzet van je observatie-onderzoek beschrijf je wat je gaat onderzoeken en hoe je gaat onderzoeken. Bij observatie-onderzoek moet je een onderzoeksinstrument ontwikkelen. Meestal is dit een soort topiclist van elementen die je wilt onderzoeken en beschrijven.

Schrijf je instrument helemaal uit, zodanig dat het ook door een ander gebruikt zou kunnen worden.

Je beschrijving bevat de volgende elementen:

  • Welke gedragsvariabelen van welke personen of processen ga je observeren?
  • Welke combinaties van gedragsvariabelen leiden tot welke conclusie (interpretatie)?
  • Waar ga je observeren?
  • Wanneer ga je observeren (dagen en tijdstippen)?
  • Op welke wijze ga je observeren?
  • Welke afspraken heb je gemaakt?

Methodisch verwerken

Ook bij observatie-onderzoek moet je de gegevens methodisch verwerken. Van iedere geobserveerde situatie maak je een observatieverslag, bij voorkeur aan de hand van een topiclist. Tijdens je onderzoek beschrijf je alleen wat je waarneemt, je interpreteert nog niet. Pas nadat je alle observaties hebt verricht ga je analyseren.

Leveren je observaties kwantitatieve gegevens op dan kan je deze het beste statistisch verwerken met bijvoorbeeld Excel of SPSS, tenzij de aantallen observaties zodanig klein zijn dat je het handmatig sneller kunt berekenen.

Waarom logs bijhouden?

Het is verstandig om gedurende het afstudeerproces een logboek bij te houden. Zeker wanneer je achteraf nog een reflectieverslag moet toevoegen. Het doel van een logboek is het bijhouden van de ontwikkelingen zodat je later op de gemaakte keuzes terug kunt komen of kijken. In het logboek orden je informatie uitgesplitst naar inhoud en proces.

Over het algemeen is een logboek vormvrij. Het is vooral een hulpmiddel waar je zelf profijt van hebt, de opleiding doet er meestal niets mee. Een logboek kan je op papier bijhouden, maar uiteraard kan je ook kiezen voor digitaal. Het kan in Word, maar wellicht is OneNote of EverNote een betere optie.

In je logboek maak je aantekeningen, per dag (voorkeur) of per week of per periode over zaken als

  • Keuzes
  • Argumenten
  • Ideeën
  • Gespreksverslagen
  • Tijdsplanning
  • Methode
  • Resultaten
  • Gemaakte fouten
  • Successen
  • Interpretaties
  • Conclusies
  • Aanbevelingen
  • Enzovoorts

En zet er ook alvast in hoe je het de volgende keer anders zou doen; dat is handig voor je reflectie.

Leave a Reply