Naast het gebruik van correct Nederlands is de opmaak van je scriptie van groot belang voor de uitstraling ervan. Het lezen van een scriptie met een boel slordige fouten in de opmaak kan erg vervelend zijn. En waarom zou je juist je examinatoren daarmee irriteren of de afsluiting van je schoolcarrière daarmee tekort doen? Een goede opmaak levert een hoger cijfer op!

Een succesvolle scriptie bevat altijd illustraties. Je gebruikt dan afbeeldingen om te laten zien wat er aan de hand is. Zoals het spreekwoord zegt: één beeld zegt meer dan duizend woorden.

Illustraties zijn ook nuttig om de scriptie te verlevendigen, door de tekst te onderbreken en de lezer op een andere manier iets duidelijk te maken. Veel modellen bestaan uit afbeeldingen. Die kun je gebruiken om bij de analyse of de beschrijving van processen een beeld te geven van de belangrijkste aspecten van een onderwerp.

Ook foto’s van situaties of producten kunnen bijdragen aan een beter begrip van wat je beschrijft.

Je kunt afbeeldingen zelf maken, maar ook bestaande afbeeldingen gebruiken. In dat laatste geval moet je wel altijd de bron van de afbeelding of het model vermelden. Als je afbeeldingen zelf maakt gebruik dan software die je beheerst, zoals Microsoft Visio of een ander programma. Het kost doorgaans veel tijd om een programma te gebruiken dat je nog moet leren. In die gevallen is het verstandig om hulp te zoeken van iemand die daar handig in is. Dat mag.

Zorg ook altijd voor nummers en titels van de afbeeldingen. Maak daarbij onderscheid tussen afbeeldingen en tabellen, zoals je die aantreft in Word onder het tabblad Invoegen> Bijschrift. Als je die toepassing gebruikt worden je afbeeldingen automatisch genummerd.

Verschillende vakgebieden hanteren regels voor het gebruik van illustraties. In de statistiek moet je bijvoorbeeld een duidelijk onderscheid maken tussen een staafdiagram en een histogram. En bij het illustreren van processen maakt het nogal uit of je een IDEF diagram of een flowchart gebruikt, afhankelijk van wat je wilt laten zien. Wees daar zorgvuldig in.

Let erop dat je marges ruim genoeg zijn om de lezer een gevoel van ruimte te kunnen geven. Bij het invoegen van tabellen kan het voorkomen dat de marges kleiner worden om de tabel te kunnen weergeven, waardoor de hele tekst een benauwde, moeilijk toegankelijke indruk gaat maken

Als je gebruik maakt van Word kun je allerlei zaken automatisch laten uitvoeren.

Naast het gebruik van koppen zijn de volgende functies erg gemakkelijk om mee te werken:

  • Paginanummers voeg je in door de functie Invoegen > paginanummers te gebruiken. Kijk goed waar je de paginanummering laat beginnen!
  • De inhoudsopgave vind je bij Invoegen > Index en tabellen > Inhoudsopgave.
  • Ga op de plaats staan waar je de inhoudsopgave wilt hebben en kies een zakelijke vormgeving. Maak een slimme keuze voor het aantal niveaus dat je wilt weergeven in de inhoudsopgave; maximaal 4 of 5, liefst 3. Als je alle hoofdstukken, paragrafen en alinea’s weer laat geven kan de inhoudsopgave veel te lang en onoverzichtelijk worden. Gebruik een boekje over rapportagetechniek om daar een keuze voor te maken.
  • Let erop dat je, voordat je je uiteindelijke versie opslaat, je de inhoudsopgave update, door op Veld bijwerken te klikken, anders kloppen de paginanummers of andere inhoud niet meer met de inhoudsopgave.
  • Bijschriften voor illustraties maak je door Invoegen >  Bijschrift te gebruiken. Kies tabel of afbeelding. De software nummert je illustraties automatisch.
  • De literatuurlijst kun je ook door Word laten opmaken. Dan heb je meteen de juiste APA layout en de mogelijkheid om in te tekst te verwijzen naar de gebruikte literatuur.
  • Ga op de plaats staan waar je de literatuurlijst wilt hebben en voeg die in met Documentelementen > bibliografie. Onder het knopje Beheren kun je boeken en artikelen aan je literatuurlijst toevoegen in het schermpje Bronvermeldingen. Die worden dan automatisch alfabetisch en in de juiste APA vorm opgenomen. Dat is de lay-out die de meeste opleidingen eisen.
  • Als je in de tekst wilt verwijzen naar een bron, klik je in Bronvermeldingen op de gewenste bron. Als je aan die bronvermelding ook een paginaverwijzing wilt toevoegen klik je op de verwijzing. Dan verschijnt een pijltje, met daaronder de keuze voor bronvermelding bewerken. Daarin kun je een of meer paginanummers toevoegen.

Als je scriptie inhoudelijk klaar is  zul je aandacht moeten besteden aan de vorm en het uiterlijk van je verhaal.

Dat betekent de lay out maken: marges, lettertype, koppen, afbeeldingen en alinea’s.

Een professioneel opgemaakt stuk is veel toegankelijker dan een rommelig stuk tekst en die toegankelijkheid draagt zeker bij aan de beoordeling van jouw werk. Examinatoren krijgen vaak een hele stapel scripties te beoordelen en een fris toegankelijk stuk heeft dan echt wel een streepje voor. De leesbaarheid is ook een mogelijk punt. Zeker voor de wat oudere examinator, die wel wat steun kan gebruiken bij het lezen van teksten en afbeeldingen.

De uiteindelijke scriptie kun je het beste laten inbinden. Nietjes of clipjes met gaatjes zijn uit den boze. Het stuk wordt vaak meerdere malen opengeslagen, in tassen meegenomen en voorzien van aantekeningen. Dan wil je niet dat het uit elkaar gaat vallen, waardoor het een slordig pakje blaadjes gaat worden.

Voor al deze activiteiten, lay-out maken en inbinden geldt: overweeg serieus om dat door een professional te laten doen. Of in ieder geval door iemand die het vaker gedaan heeft; dat kun je natuurlijk ook zelf zijn.
Iedereen komt aan het eind van de afstudeerperiode in tijdnood, dus je hebt geen tijd om dat nog even snel te leren. En het is zonde van jouw werk om het uiteindelijk qua vormgeving af te raffelen.

Lever je uiteindelijke scriptie altijd als PDF in, behalve als anders vereist is natuurlijk.

Het voordeel van een PDF is dat het resultaat bij de ontvanger van je werk hetzelfde is als bij jou, de verzender ervan.

Bij het overzetten van een Word-document naar een PDF kunnen zaken veranderen, zoals paginanummers die wegvallen en andere vervelende effecten. Lees dus altijd je PDF’s nauwkeurig na en inspecteer ze op lay-out aspecten voordat je ze wegstuurt. Dat geldt trouwens ook voor uitgeprint materiaal. Printen vanaf een andere computer dan waarop geschreven is, of vanaf een USB kan ook gevolgen hebben voor het resultaat, zoals lege of ontbrekende pagina’s etc.

Dus voor uitprinten geldt hetzelfde als voor overzetten naar PDF: altijd zelf lezen en controleren wat je verstuurt!

Tekstbestanden en correcties op tekstbestanden kunnen ook veranderen als ze door verschillende versies van Word of andere tekstverwerkers worden bewerkt, zeker als dat op verschillende besturingssystemen gebeurt (Apple, Windows, Android). Let dus goed op als je bijvoorbeeld je tekst wilt laten corrigeren door iemand met een andere versie. Stuur altijd een PDF-versie mee naar de ander en vraag de ander een PDF-versie terug te sturen, naast het Word-document.

Leave a Reply