Vooraf
Met deze instructie gebruik je maar een deel van de mogelijkheden van Atlas.ti. Je leert hoe je op basaal niveau op een methodische manier met Atlas.ti je gespreksverslagen of transcripties kan coderen en kan verwerken in je onderzoek en analyse.
Eigenlijk doen we daarmee onrecht aan het programma Atlas.ti, maar vergelijk het met het gebruik van programma’s als Word en Excel. 98% van de gebruikers komen ook niet verder dan de basale mogelijkheden van deze programma’s en kunnen hier prima mee functioneren.
Bedenk dat je al veel meer doet en laat zien dan de meeste studentonderzoekers.

De meeste instellingen voor hoger onderwijs hebben Atlas.ti voor studenten beschikbaar, gratis, of het is beschikbaar via Surfspot. Via Atlas.ti is de software voor individueel gebruik beschikbaar. Een studentenlicensie voor een half jaar kost ongeveer € 35.
Project starten
Wanneer je Atlas.ti opent, kan je kiezen voor het creëren van een nieuw project, het importeren van een bestaand project dat je van een ander hebt ontvangen of een bestaand project op je computer openen.

Kies een nieuw project en geef je project een naam.
Je komt in je projectomgeving terecht.

Naast deze tekstuele uitleg met betrekking tot het aanmaken van een project in Atlas.ti, kan je ook naar een instructiefilmpje kijken.
Atlas.ti verkennen


Links in je interface vind je de toegang tot de verschillende elementen die met elkaar je kwalitatieve analyse ondersteunen, de Explore-balk.
Voor deze instructie is ‘Documents’, ‘Codes’ en ‘Memos’ (en later ‘Code Groups’) van belang.
Vanuit hier heb je dus toegang tot documenten, codes en memo’s.

Bovenin vind je de zogenaamde ‘ribbon’, het besturingssysteem van Atlas.ti.
Home
‘Home’ is vooral van belang.
Met ‘Add Documents’ kan je de documenten zoals gespreksverslagen en transcripties importeren. Je kan gelinkte audio-opnamen en video’s toevoegen.
Met ‘Navigator’ kan je elementen als documenten en codes in de verticale ‘Explore’-balk toevoegen.
‘Edit Comment’ kan je zien als een aantekeningenboek voor je project voor bijvoorbeeld het bijhouden van een logboek voor het project en aantekeningen voor zaken die je niet mag vergeten.
Search Project, Analyze, Import & Export en Tools & Support
De andere secties op de ribbon spreken qua gebruik voor zich maar zal je nauwelijks nodig hebben. Noemenswaardig bij de ‘Import & Export’-sectie is de mogelijkheid om een Notitieboek met aantekeningen uit Evernote of een exportfile uit Reference Manager te koppelen aan je onderzoek.

Naast deze tekstuele uitleg met betrekking tot de functionaliteiten van Atlas.ti, kan je ook naar een instructiefilmpje kijken.
Documenten invoegen

Voordat we kunnen beginnen met coderen moet je je interviewverslagen of getranscribeerde interviews importeren in Atlas.ti.
Klik op ‘Add Documents’.
Je komt in je Verkenner terecht waar je één of meerdere documenten kan selecteren. Klik je op ‘Open’ dan worden de geselecteerde documenten in Atlas.ti geïmporteerd.
Bestanden in verschillende formats kunnen worden geselecteerd, de meest voor de hand liggende formats zijn Word en Pdf.

Klik je in de Explore-balk op Documents, dan opent de Documentmanager en zie je een overzicht van de geïmporteerde documenten.


Naast deze tekstuele uitleg met betrekking tot het invoegen van onderzoeksdocumenten in Atlas.ti, kan je ook naar een instructiefilmpje kijken.
Coderen
We gaan nu ieder document coderen. Hiervoor open je het eerste document door op het betreffende document te dubbel klikken.

Je gaat je document helemaal doorlezen. Zodra je een stukje tekst, een tekstfragment, tegenkomt, selecteer je deze tekst en gaan we de eerste code toevoegen.
Wees niet te zuinig met tekst selecteren. Advies is om minimaal één zin te selecteren. Het is van belang dat je later de kern van het stukje tekst in de context begrijpt.
In dit voorbeeld selecteren we een tekstfragment omdat daar een opmerking wordt gemaakt over Europees aanbesteden. Europees aanbesteden is een element dat van belang is voor ons onderzoek.

Ga op de geselecteerde tekst staan en klik op je rechter-muisknop. Je krijgt dan een keuzemenu. Wanneer je voor de eerste keer een tekst codeert, gebruik je ‘Open Coding’.


Je kan hier je eerste tekstfragment een code geven. We kiezen voor ‘Europees aanbesteden’. Daarna klik je op ‘Create’ en je hebt je eerste tekstfragment gecodeerd.
Terzijde: je ziet dat je de mogelijkheid hebt om aan een tekstfragment meerdere codes toe te voegen.
Je ziet nu naast het tekstfragment een code verschijnen. De code heeft een nummer. De code 1.1 betekent: document 1.code 1.

Dus code 3.18 betekent: document 3 en code 18. Zo kunnen we later makkelijk tekstfragmenten in documenten terugvinden.
We gaan nu verder met coderen. We selecteren tekstfragmenten en voegen óf een nieuwe code toe (werkwijze: zie hierboven) óf een bestaande code uit de codelijst.
Klik op het tekstfragment met de rechtermuisknop. Selecteer ‘Open Coding’ wanneer je een nieuwe code wilt toevoegen. Selecteer ‘List Coding’ wanneer je gebruik wilt maken van een bestaande code.


Kies je voor List Coding dan kan je door een lijst met eerder gebruikte codes heen scrollen om de gewenste code(s) te selecteren.
Op deze wijze werken we ieder document af. Wees niet te bang dat codes misschien te veel op elkaar lijken, we kunnen op een later moment op elkaar lijkende codes groeperen in een groepscode.
In dit voorbeeld zijn er 122 individuele codes gebruikt. Nadat je alle documenten hebt gecodeerd, ga je kijken welke codes bij elkaar horen. Deze codes verzamelen we in een groepscode.

Naast deze tekstuele uitleg met betrekking tot het codes van onderzoeksdocumenten in Atlas.ti, kan je ook naar een instructiefilmpje kijken.
Groepscodes maken
Heb je veel codes dan moet je groepscodes aanmaken. Bij een relatief klein onderzoek is dat niet nodig.

Klik je op ‘Codes’ in de Explorebalk [1] dan krijg je bovenstaand scherm. Rechts zien we dan een overzicht van alle gebruikte codes. Klik op ‘Open Group Manager’ in de ribbon [2] om groepscodes aan te maken en losse codes hieraan toe te voegen.

Voor het aanmaken van een groepscode, klik je op ‘New Group’.
Je krijgt dan het scherm ‘Create Code Group’ en geeft een groepsnaam. In dit voorbeeld kiezen we voor ‘Klantbehoeften’. Daarna klik je op ‘Create’ en is de groepscode aangemaakt.

In het onderstaande scherm kan je de individuele code gaan koppelen aan de groepscodes.

We zien linksboven de groepscode ‘Klantbehoeften’ geselecteerd [1]. Aan deze geselecteerde groepscode voegen individuele code toe. Later kan je aan een groepscode via deze werkwijze altijd nog een code toevoegen.
Selecteer nu de individuele codes die je wilt toevoegen. Wanneer je bij het selecteren de ctrl-toets ingedrukt houdt, kan je meerdere codes per keer selecteren [2].
Klik op de ‘Ad-knop’ (pijltje naar links <) om de codes toe te voegen.

De individuele codes zijn nu toegevoegd in de groepscode.
Wanneer je hiermee klaar bent, is het verstandig om je codeboek te exporteren naar Excel, zodat je een overzicht van de gebruikte codes en groepscodes kan opnemen in je bijlage ten behoefte van de onderzoekstrail (researchtrail).


Naast deze tekstuele uitleg met betrekking tot het organiseren van je codes in groepscodes in Atlas.ti, kan je ook naar een instructiefilmpje kijken.
Tekstfragmenten per code of groepscode

We willen nu per code of groepscode een overzicht van de tekstfragmenten.
Op basis van dat overzicht kunnen we in het rapport in het hoofdstuk Onderzoek of Onderzoeks-gegevens per code of codegroep een alinea of paragraaf schrijven. We lezen een uitdraai van de code met tekstfragmenten en vatten die samen met zaken die opvallen, overeenkomen of juist tegenstrijdig zijn, inzichten en opmerkelijke uitspraken.
Klik op de code waarvan je een overzicht wil hebben. In dit voorbeeld kiezen we voor ‘Aanbestedingsproces’ met 23 tekstfragmenten uit 12 documenten. Daarna klik je op ‘Report’ in de ribbon.

Je krijgt een nieuw scherm ‘Code Report’. In principe staan de ‘Report Options’ goed aangevinkt, maar je kan hier naar wens ‘vinkjes aan en uit’ zetten.
Daarna klik je op ‘Create Report’ en het rapport komt op je scherm te staan

Klik linksboven op ‘Save’.

Je kan je report per code of codegroep opslaan als Worddocument. In dit voorbeeld kiezen we voor ‘Aanbestedingsproces’. De reports van de codes of groepscodes nemen we op in de bijlagen ten behoeve van de onderzoekstrail.

Naast deze tekstuele uitleg met betrekking tot het maken van rapporten in Atlas.ti, kan je ook naar een instructiefilmpje kijken.
Overzicht

In Atlas.ti hebben we dus een aantal stappen gemaakt:
- Gespreksverslagen of getranscribeerde interviews importeren in Atlas.ti.
- Per document tekstfragmenten geselecteerd en ieder tekstfragment voorzien van één of meer codes.
- Eventueel: codes die bij elkaar horen gegroepeerd in groepscodes.
- Per (groeps)code een uitdraai met tekstfragmenten ten behoeve van de tekst voor het hoofdstuk Onderzoek.
Hoofdtekst en bijlagen
Wat komt er in de hoofdtekst en wat in de bijlagen?

In de hoofdtekst komt in je rapportage, onderzoeksverslag of scriptie een presentatie van je kwalitatieve onderzoek met kwalitatieve data. Het is een goed geschreven tekst met zaken die je zijn opgevallen, met elkaar overeenstemmen of juist elkaar tegenspreken, inzichten en quotes.
Je collega-onderzoeker, onderzoeksbegeleider, scriptiebegeleider of examinator moet zonodig je onderzoek kunnen verifiëren. In de bijlagen neem je de interviewverslagen op, een overzicht van codes, eventueel verdeeld in groepscodes, en de overzicht met tekstfragmenten per code.
Blijf de interviewverslagen en reports met tekstfragmenten niet eindeloos doornummeren als bijlagen, maar werk met subnummers als 3.1, 3.2, 3.3 enzovoort.
Wanneer de interviewverslagen door jouzelf zijn samengevat en niet getranscribeerd, vergroot je de betrouwbaarheid van je onderzoek door je verslag naar de geïnterviewde te sturen en te vragen om de juiste weergave van het gesprek aan jou te bevestigen, bijvoorbeeld per mail. Een afdruk van de email neem je dan op direct achter het gespreksverslag. Omdat je bij transcriberen het gesprek letterlijk uitwerkt, is een dergelijke bevestiging niet nodig.