Hoe kom je tot een zoekstrategie voor je literatuuronderzoek?

Hoe vind je je weg in de enorme hoeveelheid informatie die beschikbaar is? En hoe vind je uiteindelijk de juiste data? Om niet te verdwalen is een goede zoekstrategie belangrijk.

Je kunt natuurlijk lukraak zoektermen in je zoekmachine op internet kloppen, maar dat is schieten met een schot hagel en hopen dat je iets raakt.

Thema’s vaststellen
Bepaal eerst wat de belangrijkste thema’s zijn die je wilt onderzoeken. Denk hierbij aan twee, drie, vier centrale thema’s.

Voorbeeld
Voor een onderzoek naar belemmeringen in een stevig veranderproces bij een organisatie heeft de onderzoeker drie thema’s vastgesteld: motivatie, veranderstrategie en interventies.

Bij de inleiding van het literatuuronderzoek van deze onderzoeker zien we dat als volgt terug:

Het literatuuronderzoek kent drie thema’s: motivatoren, veranderstrategieën en interventies.
Ieder thema wordt apart beschreven. Na ieder thema worden de belangrijkste conclusies weergegeven.
Het hoofdstuk ‘Literatuuronderzoek’ kent vier subhoofdstukken:
· 2.1. Motivatoren: centraal staat in dit subhoofdstuk de vraag wat mensen drijft;
· 2.2. Veranderstrategieën: relevante onderwerpen met betrekking tot veranderen en veranderstrategieën;
· 2.3. Interventies: inleiding over interveniëren in het algemeen en een aantal specifieke interventies;
· 2.4. Samenvatting acties voor het veldonderzoek: de oogst van literatuuronderzoek en analyses.

Initiële bronnen
Op basis van deze thema’s ga je voor de tweede stap op zoek naar twee of drie standaardwerken. Algemeen bekende, veel gebruikte boeken van bekende schrijvers die niet echt ter discussie staan kunnen we tot standaardwerken rekenen. Je kunt gebruik maken van de studieboeken die je tijdens de opleiding hebt gebruikt, maar ga ook zeker op zoek naar boeken die niet tot het standaardrepertoire van de opleiding behoren. Wanneer je goede boeken, standaardwerken van buiten de opleiding gebruikt, onderstreept dat je zelfstandig onderzoekend vermogen. Alleen boeken vanuit de opleiding gebruiken komt een beetje lui over.
Vraag je afstudeerbegeleider om een paar goede tips of een docent die je waardeert.

Sneeuwbaleffect
Uiteraard lees je eerst deze boeken ter oriëntatie en bruikbare informatie noteer je.
Vaak maakt de auteur ook weer gebruik van reeds bestaande literatuur. Op de literatuurlijst bekijk je welke publicaties je ook zouden kunnen helpen. Nu ga je een stapje verder want die gevonden publicaties hebben ook weer een literatuurlijst. Zo wordt je stapel met gevonden informatie steeds een stukje groter. Wanneer je een ‘zoeksneeuwbal’ rolt door de ‘informatiesneeuw’ wordt deze ook steeds een stukje groter.

Citaatindexen
Citaatindexen worden in veel verschillende wetenschapsgebieden gebruikt. Deze indexen geven overzicht van artikelen die naar artikelen verwijzen. Daarom kan je met behulp van de citaatindex veel makkelijker relevante artikelen opsporen. Je kan zien welke artikelen als bron zijn gebruikt, maar ook welke nieuwere artikelen het artikel wat je bekijkt hebben gebruikt. Zo kan je makkelijker recentere informatie vinden. Wikipedia mag je op dit niveau niet als bron gebruiken, maar wel een prima middel om citaatindexen onderaan de artikelen te gebruiken.

Zoektermen en zoeksleutels
Naarmate je vordert met lezen en je literatuuronderzoek ontdek je welke woorden vaak worden gebruikt. Deze termen noteer je. Het worden je zoektermen die je gebruikt om in een steeds hoger tempo boeken en artikelen te screenen op relevante informatie.
De kwaliteit van je zoektermen verbetert wanneer je ze gaat combineren: zoeksleutels.

Relevante informatie verzamelen
Hoe breng je structuur in alle schijnbaar relevante informatie die je vindt?
Voorzie je boeken en artikelen met gekleurde plakkers, markeer relevante teksten. Ieder thema krijgt een eigen kleur.
En andere manier: koop blanco visitekaartjes bij de kantoorboekhandel (moet je tegenwoordig even voor zoeken) of via internet (bijvoorbeeld Vikingdirect.nl) en maak hierop met steekwoorden en bron aantekeningen. Voordeel is dat je, voordat je gaat schrijven, alle kaartjes op een grote tafel kan leggen en kan gaan schuiven om de gewenste structuur van je literatuuronderzoek te krijgen.
Ga je digitaal aan de slag, denk dan aan hulpmiddelen als Onenote en Evernote.

Post-it
De ervaring leert dat je bij je zoektocht naar informatie je vaak hele interessante informatie tegenkomt, uitermate boeiend maar niet relevant voor je literatuuronderzoek. Voorkom dat je steeds verder ‘uitwaaiert’ met je onderzoek.

Tip: noteer de thema’s op een post-it en plak die op de rand van je computer of laptop wanneer je je informatie verzamelt. Interessante, niet relevante informatie noteer je op een andere plaats en lees je na het opleveren van je afstudeerscriptie wanneer je in het ‘zwarte gat’ valt. Maar verder: focus, focus, focus!

Leave a Reply